"Kom laten we naar Bethlehem gaan..."

!! U kan de plaatsen en uren van alle kerstvieringen terugvinden onderaan deze pagina !!

Waarom vieren we Kerstmis
op 25 december?

Het kerstfeest ontstond in de 4de eeuw na Christus, lang nadat Pasen al gevierd werd als belangrijkste christelijk feest. De traditie ontstond tegelijk in Rome en in Jeruzalem. In Rome koos men voor 25 december, in Jeruzalem voor 6 januari.

Na verloop van tijd won 25 december het pleit, wellicht onder invloed van de lichtsymboliek, omdat rond die tijd de dagen weer langer worden. Maar de symboliek zelf gaat terug op de Bijbel; het is het eerste wat God tot bestaan roept in het scheppingsverhaal. En Jezus zegt: Ik ben het licht voor de wereld (Johannes 8,12).

Maar er is meer… Aangezien 25 maart de traditionele datum werd voor de conceptie van Christus, kon 25 december – exact 9 maanden later – het uiteindelijk halen als officiële datum voor Kerstmis. En de dennenboom? Die dook pas eeuwen later op in de kerstdecoratie.

 

Hoe gaat het kerstverhaal?

Het meest uitgebreide kerstverhaal in de Bijbel lees je bij evangelist Lucas (hoofdstuk 1 en 2). Omwille van een besluit van keizer Augustus trekt een nog ongehuwd koppel van Nazareth naar Bethlehem. De vrouw is hoogzwanger, en wel van God zelf, zoals een engel het haar aankondigde. Net aangekomen op hun bestemming, breekt het moment van de bevalling aan. Maar Jozef en Maria vinden nergens onderdak en eindigen in een stal.

Vlakbij krijgen herders van een engel ‘goed nieuws’ te horen: de Messias die al zo lang door het gelovige joodse volk verwacht wordt, is geboren! En hij ligt in een voederbak in een stal…

Het verhaal van de 3 wijzen staat dan weer bij evangelist Matteüs (hoofdstuk 2). Zij hadden een koningsster gezien en waren die gevolgd. Nadat ze het kind gevonden en geëerd hadden, besloten ze tegen Herodes’ verzoek in geen verslag uit te brengen. Hun argwaan was terecht. De Hebreeuwse koning wilde Jezus immers ombrengen.

 

Wat betekent het kerstverhaal?

De geboorte van Jezus vindt plaats tegen een achtergrond van crisis. Het joodse volk is versnipperd en ligt onder de knoet van Rome. Het verlangt als nooit tevoren naar de belofte die God via zijn profeten eeuwen geleden deed: Ik zal een redder sturen.

En dan gebeurt het. Niet zoals verwacht met veel toeters en bellen, maar in de grootste armoede.

Evangelist Johannes verwoordt het zo: ‘Het Woord is vlees geworden.’ Dit noemen we ook de incarnatie: God wordt mens onder de mensen.

En dit is de zoon van God? De messias, de redder, de gezalfde nieuwe Koning van het joodse volk? Die grote tegenstelling wordt ook de boodschap van Jezus. Hij zal Gods koninkrijk niet vestigen met alle geweld of regeren met ijzeren vuist. Hij zal het vestigen in dienstbaarheid en zelfgave. Want zo is God; God is liefde. En het is de liefde die mensen bevrijdt.

Wie vond de kerststal uit?

Die eer komt de heilige Franciscus van Assisi toe. In de 13de eeuw was hij de eerste die de kerstscène zoals ze beschreven staat in de Bijbel, weer tot leven bracht met een aanschouwelijk tafereel.

Zo wilde hij de betekenis dieper doen doordringen bij de mensen: God is niet veraf.

Hij is bij ons, en wel in de vorm van een kwetsbaar kind dat we kunnen omringen met zorg en liefde.

 

Hoe kwam de kerstman
in het kerstverhaal terecht?

Sinterklaas emigreerde naar de Verenigde Staten en liet zich daar Santa Claus noemen. Zijn vestimentaire code veranderde lichtjes. Rood bleef de hoofdtoon, maar de mantel werd eerder een skipak en de mijter een muts. Hij zei niet langer: Er zijn dit jaar geen stoute kinderen, maar wel: Ho ho ho! Ook verplaatste hij zich niet meer per stoomboot of op een paard, maar in een slee met rendieren.

Daarna emigreerde deze kerstman weer naar Europa, zodat hij hier eigenlijk een dubbele persoonlijkheid heeft en het publiek tweemaal mag verblijden.

Om een lang verhaal kort te maken: de kerstman is een vreemde eend in de bijt, maar ook hij is welkom op het feest waarop werkelijk niemand uitgesloten mag worden.